In de opmerkelijke typologie van karakterstructuren valt de Afstandelijke op: hij harnast z’n hart. Maar waarom?
We hebben allemaal een kenmerkende, ‘theatrale’ eigenschap die duidelijk zichtbaar wordt in lastige (werk)situaties. De typologie deelt ze zo in: Afwezige trekt terug, de Onverzadigbare zuigt en zeurt, de Opofferende helpt en draagt, de Afstandelijke pantsert en de Wantrouwige controleert. Deze eigenschappen ontwikkelden we in onze vroege jeugd om overeind te blijven in onveilige situaties.
De Afstandelijke karakterstructuur is de archetypische leider: hij houdt van aanpakken en ondernemen, neemt graag het stuur in handen, is niet bang om keuzes te maken en te confronteren. Met een vanzelfsprekendheid stapt hij op het podium. Met zijn representatieve en sterke uitstraling krijgt hij belangstelling van anderen… en dat is juist z’n bedoeling: ‘Zie mij staan, zie mijn prestaties!’
De natuurlijke vindplaatsen van dit menstype zijn dan ook de media: als presentator, het bedrijfsleven: als teamleider, de politiek: als debater, en in sport: alles wat medaille is…daar waar succes en scoren goed zichtbaar zijn.
Dit type is gewend om zijn stralende buitenkant te etaleren, maar om zijn binnenkant met gevoel en emoties te tonen, dat voelt niet comfortabel voor hem! Daar heeft hij het liever niet over: de Afstandelijke pantsert.
Dit gaat over de kwetsbare kant van de structuur: het harnas als afleidingsmanoeuvre om de binnenkant niet te laten zien.
De strategie ontstaat in de jeugdjaren. Als kind zijn we gewend om emoties zoals verdriet, vreugde, woede, liefde en haat spontaan te tonen. Alice Miller, schrijft in ‘Het drama van het begaafde kind’: “Kinderen kunnen door de wensen en eisen van hun omgeving in de knel raken doordat ze zich teveel aanpassen en hun ‘ware zelf’ verdringen.”
In de praktijk betekent de aanpassing dat het kind zijn gevoel niet meer toont en in plaats daarvan op zoek gaat naar erkenning en waardering voor daadkrachtige prestaties.
De volwassene die als leidinggevende deze structuur herkent zal zich bewust of onbewust realiseren dat zijn binnen- en buitenkant niet helemaal in balans zijn. Grote kans dat er van binnen een verlangen leeft om -naast de sterke buitenkant met krachtige leiderschapskwaliteiten- ook hart en gevoel te delen met de ander. Maar hoe doe je dat? Omdat hij sinds vroege jeugd hierin niet meer geoefend heeft voelt dit zo onwennig en onveilig dat hij liever blijft presteren en volhouden!
Wat deze leider te doen heeft is het combineren van zijn ‘outgoing’-kwaliteiten met zijn hart: het openstaan voor emoties en beleving van zichzelf en de ander. Dan wordt hij win-win: in staat om ratio te combineren met empathie, om daadkracht te combineren met passie.
Een leider met z’n hart erbij…!
Oorspronkelijk gepubliceerd op nvo2leren op 13 januari 2012.