Inspiratie voor Levenskunst

Gids voor de jongere oudere

De jaren ’50 ’60 en ’70
Ik werd geboren in 1953, groeide op als kind van de koude oorlog, was puber in de eigenzinnige jaren ’60 en werd volwassen in de jaren ’70. Deze decennia hebben me gevormd tot wie ik nu ben. Samen met andere babyboomers word ik vitaler en gezonder oud dan de generaties voor mij. Een fenomeen van deze tijd.

Wat is er veranderd?
We zijn met z’n allen nog nooit zo fit oud geworden. 150 jaar geleden was de gemiddelde levensduur van de mens ongeveer 40 jaar. Nú ligt de levensverwachting in Nederland op zo’n 80 jaar. Dat komt o.a. door gezondere leefstijl, medische zorg, moderne hygiëne, etc.

Als je in de jaren ‘50 van de vorige eeuw met pensioen ging, was het vooruitzicht dat je nog 5 gezonde jaren tegoed had, voordat je zorgafhankelijk werd. Als je nu met pensioen gaat heb je gemiddeld nog 15-20 gezonde jaren te goed voordat je afhankelijk wordt van zorgverlening. Dat is nogal een verschil. De overheid beschrijft dit dan ook als ‘een nieuwe levensfase’.

En zo ziet het landschap, dat voor ons als gepensioneerden vóór ons ligt, er rooskleuriger uit dan voor personen uit eerdere generaties. Deo volente hebben wij, huidige pensionado’s, nog vijftien tot twintig gezonde pensioenjaren voor de boeg. Een prachtig cadeau dat wacht om uitgepakt te worden.

Als jongeling leek het me vreselijk saai om bejaard te zijn en met pensioen te gaan. Nu ik gepensioneerd ben, voel ik me fit, ben actief, en word ik vrolijk bij de gedachte van de bijna onbeperkte vrijheid die ik ervaar in deze levensfase.

Nooit had ik serieus nagedacht wat ik tijdens mijn pensioen wilde gaan doen. De geraniums waren allang niet meer om achter te zitten. Gewoon doorwerken dan maar? Ik wist eigenlijk niet goed wat ik moest aanvangen met de tijd die mij als vitale oudere nog gegund is.

Hoe vormt de geschiedenis ons?
Hoe ben ik eigenlijk gevormd door de decennia van mijn leven? Hoe kijk ik daarop terug? Hoe wil ik betekenis geven aan het volgende hoofdstuk van mijn leven? Om een antwoord te vinden op deze en andere vragen keek ik terug in mijn eigen leven, luisterde naar levensverhalen van generatiegenoten, las boeken over de verschillende levensfasen, mijmerde en ging aan het schrijven. Al schrijvend over mijn verleden heb ik een overzicht gemaakt van dingen die zich in mijn leven hebben afgespeeld: de markante gebeurtenissen, de gekke, mooie en emotionele momenten. Beelden van de cultuur waarin ik ben opgegroeid en herinneringen van de veranderende tijdgeest. Met andere woorden: een omschrijving van wat ik in mijn leven heb meegemaakt.

Hoe ik in mijn huidige leven sta en wat ik wil gaan doen, hangt af van mijn persoonlijke geschiedenis. Mijn ik is gevormd door mijn achtergrond; mijn gezin van herkomst, de straat waar ik opgroeide, m’n taal en cultuur.

We zijn geneigd om geschiedenis te zien als iets dat achter ons ligt. Maar om met de Japanse schrijver Haruki Murakami te spreken: Geschiedenis is niet iets van het verleden. Het is iets dat stroomt… en wordt overgedragen.’

We dragen de geschiedenis als het ware mee in ons heden.

 De rode draad
Als ik terugkijk in mijn eigen levensgeschiedenis, kan ik een rode draad ontdekken. Door naar m’n levenservaringen en bijzondere momenten in m’n leven te kijken kom ik erachter wat belangrijk voor me geweest is.

Nu ben ik op een punt aangekomen met, zo hoop ik, een aantal vitale pensioenjaren in het vooruitzicht. Aan mij is het de keuze hoe ik verder wil. Welke kwaliteiten en vaardigheden wil ik bijvoorbeeld inzetten in mijn nieuwe levensfase? Welke dingen wil ik juist niet meer doen? M’n uiteindelijke doel daarbij is om een balans te vinden en gelukkig te worden.

Moet je je best doen om gelukkig te worden in je pensioenfase? Ja, ik denk het wel. Na je middelbare school en vervolgopleiding ging je op zoek naar een werkomgeving waarin jij goed functioneerde. Misschien was dat een drukke dynamische omgeving, of juist het tegenovergestelde. Zo zul je tijdens je pensioen ook de juiste ingrediënten moeten vinden die jou een optimale balans geven.

Je moet het zelf invullen
Zoals voor veel dingen geldt: het inrichten van je pensioenperiode is persoonlijk, maatwerk. Je zult dat dus voor een groot deel zelf moeten doen.

Voor iedere doelgroep bestaat er in ons land een hulploket met begeleiding en routeplanners, behalve voor de net gepensioneerde.

Toen Frank Wielaard als rechter van het Holleeder proces zijn verplichte pensioenleeftijd van 70 jaar bereikte, zei hij in een interview:
‘Ik hou mijn hart vast. Het is heel raar. Je wordt 65 jaar lang beziggehouden, vanaf je kleutertijd tot je pensioen, en dan moet je het ineens zelf verzinnen’

Onze universele basisbehoeften
Hoe ga je je pensioenleven zelf inrichten? Een bruikbaar kompas vind ik de drie universele basisbehoeften: competentie, autonomie en verbondenheid – uit de Self-Determination Theory van de ontwikkelingspsychologen Deci en Ryan. Dit zijn onze natuurlijke behoeften die je nodig hebt om goed te kunnen functioneren en je te ontwikkelen in je leven. Ik ga er van uit dat de ontwikkeling van ons als persoon gewoon doorgaat als we de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.

Met andere woorden: ook in de pensioenperiode willen we graag ervaren dat we ergens goed in zijn en dat als resultaat zichtbaar maken (competentie). We willen graag eigen keuzes kunnen maken (autonomie). En we willen blijven delen en ontwikkelen, samen met anderen (verbondenheid). Voor jezelf kun je kijken hoe je je basisbehoeften voedt en ververst.

Compassie voor jezelf
Een andere mentale houding die ik belangrijk vind is het met compassie terugkijken op de dingen die ik in mijn leven gedaan heb. Mag het er, met terugwerkende kracht, allemaal zijn? De mooie en prachtige momenten van mijn leven, maar ook de mislukkingen, de rommel en de rotzooi?

Voor mij is het niet vanzelfsprekend om alleen maar met compassie terug te kijken op m’n persoonlijk leven. Ik heb snel een oordeel klaar over mijn eigen handel en wandel, en ben geneigd kritisch te kijken naar mijn verleden. De oefening voor mij is om van m’n hoofd naar m’n hart te dalen.

Hoe vind ik betekenis in deze levensfase?
Wat kan en wil ik nog doen in mijn komende pensioenjaren? Doordat alles openligt en nog ingevuld kan worden, zijn er zoveel mogelijkheden dat ik soms door de bomen het bos niet meer zie. Doorwerken of vrijwilligerswerk? Een koor, sport? Reizen? Dit is de lastige kant van deze heerlijke levensfase waarin van alles mag, maar niets hoeft!

Soms hoor ik mijn leeftijdgenoten er wat bedeesd over praten: ‘Tja, ik heb een lange periode gewerkt, en nu mag ik met pensioen, lekker rustig toch?’  
Voor mij zelf ligt het genuanceerder. Ik geef graag betekenis aan m’n bestaan, en denk na over het hoe en waarom. Hoe vind ik die betekenis voor mezelf? Het is als een nieuwe ontdekkingsreis in het vooruitzicht, en ik zie het als een voorrecht.

Nu is het tijd om stil te staan bij wat ik wil. Een blik werpen in mijn eigen toekomst. Ga ik dingen doen die ik altijd al gedaan heb? Of ga ik dingen doen die ik altijd al heb willen doen? Word ik gelukkig als ik – in mijn ogen- betekenisvol bezig ben? Alles kan, niets moet. Weg met de deadlines en verplichtingen…

Wat mij geholpen heeft om te ontdekken wat ik wil doen in m’n pensioenjaren is een overzicht maken.

Terugblikken
Op een groot stuk papier teken ik een levenslijn, van mijn geboorte tot het heden. Op deze lijn markeer ik de belangrijke gebeurtenissen zoals geboorte, kleuterschool, middelbare school, mijn eerste liefde, uit huis gaan, verhuizing, opleiding, studie, diploma’s, mijn eerste baan, relatie, kinderen krijgen… vul maar aan.

Daarna teken ik een tweede, parallelle lijn, en markeer de belevingen en/of emoties die bij deze gebeurtenissen passen. Op een derde lijn noteer ik de namen van personen die een belangrijke of speciale invloed op mijn leven hebben gehad. Deze exercitie werkt sterker als je die samen met iemand doet en bespreekt; een vriend/vriendin of coach.

 Vooruitblikken
Op een ander groot stuk papier schets ik een lijn van het heden naar de toekomst. Daarop markeer ik mijn plannen, dromen, doelen en avonturen. Welke ideeën of plannen geven me energie? Bij welke twijfel ik? Met wie zou ik deze plannen willen delen? 

Zo ontstaat er een landkaart van mijn toekomst. De landkaart is nog niet het landschap zelf, maar wel een uitnodiging om op reis te gaan.

Plaats een reactie